Seks

• Wacht na chemo in elk geval drie dagen met seks. Dan is de chemo uit je lichaam.
• Gebruik altijd een goedpassend condoom, ook als je al een ander voorbehoedsmiddel gebruikt.
• Een condoom is ook belangrijk om zwangerschap of een SOA (seksueel overdraagbare aandoening) te voorkomen.
• Als je een centrale lijn hebt, bedek deze dan goed om te voorkomen dat er iets mee gebeurt.
• Bij bloedplaatjes lager dan 50 heb je meer kans op blauwe plekken of een bloeding.
• Stop altijd met seks als je pijn voelt of bloedt.
• Bij lage witte bloedcellen heb je meer kans infecties, zoals een schimmelinfecties of herpesinfectie. Dat is vooral als de neutrofiele granulocyten lager zijn dan 0.5.
• Plas na de seks goed uit om een urineweginfectie te voorkomen.

• Je mag in en na de weken dat je uitwendige bestraling krijgt seks hebben.
• De plek die bestraald wordt, kan droog, rood of geïrriteerd zijn. Hier kun je tijdens de seks last van hebben.
• Als je inwendig bestraald wordt, zoals bij brachytherapie, mag je zes weken geen seks met jezelf of een ander hebben.
• Bij pijn kun je beter langer wachten tot de klachten over zijn.
• Met vragen kun je altijd terecht bij je behandelteam.

• Dat kan. Door chemotherapie en andere medicatie kun je soms minder zin hebben.
• Jongens krijgen soms geen echt stijve penis of geen orgasme. Of wel een orgasme maar geen zaadlozing.
• Meisjes kunnen een droge vagina, jeuk of een waterige afscheiding hebben.
• Wanneer je de medicijnen niet meer hoeft te nemen, kan het over gaan.
• Met vragen kun je altijd terecht bij je behandelteam.

• Dat kan zeker, want de behandeling heeft lichamelijke en emotionele invloed.
• Je kunt moe of misselijk zijn.
• Je menstruatie kan veranderen en wegblijven. Het kan een jaar duren voor je menstruatie weer is zoals voor de behandeling. Hierdoor kun je je wat onzeker voelen.
• Door spanning of angst kun je minder zin in seks hebben en soms ook moeilijker een erectie of een orgasme krijgen.
• De slijmvliezen van je vagina of je penis kunnen door de chemo beschadigd, en daardoor gevoelig zijn. Seks met jezelf of een ander kan dan pijnlijk zijn.
• Als je pijn hebt, stop dan totdat de gevoeligheid over is.
• Je kunt ook een glijmiddel op basis van siliconen of vocht-inbrengende vaginale capsules gebruiken (verkrijgbaar bij de drogist). Glijmiddel kan de werking van condooms verminderen, dus lees vooraf de gebruiksaanwijzing.
• Als je pijn blijft houden, kan iemand van je behandelteam met je meedenken.
• Vaak voelt het beter om met seks te wachten tot je er lichamelijk en emotioneel aan toe bent. Je kunt ook zonder seksueel contact intiem met je partner zijn. Denk aan massage en knuffelen.

• Nee, kanker is niet besmettelijk.
• Het is wel verstandig om, als je chemo hebt gehad, drie dagen te wachten met seks.

• Nee, dat mag niet. Door chemotherapie kunnen zaadcellen en eicellen beschadigd raken. Zwanger worden tijdens chemo is daarom een risico voor het ongeboren kind.
• Houd er rekening mee dat de pil niet goed werkt bij overgeven en antibiotica. Gebruik dus altijd ook een condoom.

• Ben je mogelijk toch zwanger, laat het dan meteen aan je arts of iemand anders van je behandelteam weten.
• Als je je partner toch zwanger hebt gemaakt, vertel het dan aan iemand van je behandelteam.

• Als je geen kind wil, gebruik dan altijd een vorm van anticonceptie om te voorkomen dat je zwanger wordt of iemand zwanger maakt.
• Het eerste half jaar na de behandeling mag je niet zwanger worden of iemand zwanger maken. Gebruik dus altijd een condoom of andere anticonceptie.

• Jongens/mannen mogen pas vanaf een half jaar na het stoppen van de chemo een kind verwekken. Dan is de chemo uit het DNA van de zaadcellen verdwenen en is een zwangerschap veilig.
• Meisjes/vrouwen mogen vanaf een half jaar na het stoppen van de chemo zwanger worden.
• Een kind dat vanaf een half jaar na het stoppen van de behandeling verwekt is, heeft geen vergrote kans op aangeboren afwijkingen.

• Een kind dat vanaf een half jaar na het stoppen van de behandeling is verwekt, heeft geen verhoogde kans op aangeboren afwijkingen.

• Al deze onderzoeken hebben geen schadelijke invloed op je toekomstige kind.
• Bij echo’s en MRI’s wordt geen straling gebruikt.
• Bij CT-scans en röntgenfoto’s is de hoeveelheid stralen zo min mogelijk.

Dat kan bij iemand van je behandelteam bij wie jij een goed gevoel hebt. Bijvoorbeeld je arts, verpleegkundig specialist, verpleegkundige of medisch pedagogisch zorgverlener. Zij kennen je het best.  
Als je liever met iemand buiten je behandelteam wilt praten, dan kun je contact opnemen met de verpleegkundig specialist fertiliteit. Zij is rechtstreeks bereikbaar via 06-50006469 en vs-oncofertiliteit@prinsesmaximacentrum.nl.

Ja, je vragen blijven bij degene met wie je ze deelt. Als het nodig is iemand anders in te schakelen, gaat dat altijd in overleg met jou en met toestemming van jou.