Waarschijnlijk lach je nog steeds om dezelfde dingen en erger je je nog steeds aan de dingen waaraan je je altijd al hebt geërgerd.
Maar het feit dat jij kanker hebt kan de relatie met je broers en zussen ook op vele manieren veranderen.
Misschien worden jullie nog closer tijdens de behandeling. Je broers en zussen kunnen een fijne schakel zijn tussen jou en je vrienden, school of sportclub. Misschien breng je meer tijd met ze door dan je eerst deed.
Maar dat gebeurt niet altijd. Het kan bijvoorbeeld lastig voor ze zijn als je ouders opeens heel veel bij jou zijn en minder bij je broers en zussen. Soms worden je broers en zussen heel beschermend, en heb je opeens drie (of vier of vijf) ouders/verzorgers in plaats van een of twee. Of misschien worden ze wel heel stil: zeggen ze niet veel en praten ze helemaal niet over je ziekte. Wat er ook gebeurt, het kan heel raar aanvoelen.
Ook als je een tijdje in het ziekenhuis ligt, kan de situatie veranderen. Misschien willen je broers en zussen niet op bezoek komen. Of vind je opeens dat je niet meer zoveel met elkaar gemeen hebt, omdat je minder tijd met elkaar doorbrengt en niet meer samen naar je school, opleiding of werk gaat.
Waarschijnlijk voelen je broers en zussen zich hetzelfde als jij. En als ze zich opeens anders gedragen, komt dat misschien wel omdat ze het moeilijk vinden om met de situatie om te gaan, of omdat ze proberen alles zo normaal mogelijk te houden.
• Boos - Ze voelen zich misschien buitengesloten of geërgerd, omdat ze meer dagelijkse taken moeten doen of omdat jij nu alle aandacht krijgt (en misschien zijn ze wel boos op zichzelf omdat ze zich zo voelen).
• Jaloers - Het klinkt misschien raar, maar jij krijgt veel aandacht en zij misschien niet. Soms lijkt het oneerlijk als jij allemaal cadeautjes krijgt of thuis niet zoveel hoeft te doen, terwijl zij al jouw klusjes moeten overnemen.
• Schuldig - Kijk er niet raar van op als je broers en zussen zich tijdens het uitgaan eigenlijk heel schuldig voelen, omdat jij niet mee kan. Het komt ook voor dat broers en zussen onaardige dingen zeggen die ze helemaal niet menen en zich daar vervolgens schuldig over voelen. Dat betekent helemaal niet dat ze niet van je houden: het is een normale manier van reageren als je bezorgd of van streek bent.
• Alleen - Als jij veel tijd in het ziekenhuis doorbrengt met je ouders, dan missen je broers en zussen jou waarschijnlijk en ook hoe het er vroeger thuis aan toe ging. Misschien hebben ze ook niet veel contact meer met hun vrienden omdat die niet weten hoe ze moeten reageren, en dan kun je je best heel alleen voelen.
• Bang dat het hun schuld is - Soms denken broers en zussen wel eens dat zij iets hebben gedaan waardoor jij nu kanker hebt. Het is heel belangrijk dat ze weten dat dat echt niet kan. Zij, maar ook jijzelf, hebben niets gedaan waardoor dit is gebeurd.
Het kan allemaal heel verwarrend worden, maar de simpele waarheid is dat praten helpt. Zelfs als je normaal gesproken nooit over emoties en gevoelens praat, kan een goed, eerlijk gesprek zorgen voor een grote stap voorwaarts in de relatie. Het wordt misschien niet meer zoals het eerst was, maar het helpt om de lucht te klaren.
Misschien vindt je broer en/of zus het fijn om zelf eens met anderen te praten die ook een zieke broer of zus hebben (gehad). Meer informatie kun je hier vinden.