Deze website maakt gebruik van cookies. We gebruiken cookies om instellingen te onthouden en je bezoek soepeler te laten verlopen. Daarnaast gebruiken we ook cookies voor de verbetering van de website en het verzamelen en analyseren van statistieken. Lees meer over cookies

Broers en zussen

Zijn jullie water en vuur? Twee handen op één buik? Of misschien van allebei een beetje? Wat de relatie met je broers en zussen normaal gesproken ook is, door kanker kan die veranderen.

Waarschijnlijk lach je nog steeds om dezelfde dingen en erger je je nog steeds aan de dingen waaraan je je altijd al hebt geërgerd.

Maar het feit dat jij kanker hebt kan de relatie met je broers en zussen ook op vele manieren veranderen.

Misschien worden jullie nog closer tijdens de behandeling. Je broers en zussen kunnen een fijne schakel zijn tussen jou en je vrienden, school of sportclub. Misschien breng je meer tijd met ze door dan je eerst deed.

Maar dat gebeurt niet altijd. Het kan bijvoorbeeld lastig voor ze zijn als je ouders opeens heel veel bij jou zijn en minder bij je broers en zussen. Soms worden je broers en zussen heel beschermend, en heb je opeens drie (of vier of vijf) ouders/verzorgers in plaats van een of twee. Of misschien worden ze wel heel stil: zeggen ze niet veel en praten ze helemaal niet over je ziekte. Wat er ook gebeurt, het kan heel raar aanvoelen.

Ook als je een tijdje in het ziekenhuis ligt, kan de situatie veranderen. Misschien willen je broers en zussen niet op bezoek komen. Of vind je opeens dat je niet meer zoveel met elkaar gemeen hebt, omdat je minder tijd met elkaar doorbrengt en niet meer samen naar je school, opleiding of werk gaat.