Als je kanker hebt, kan het een grote steun zijn als je vrienden bij je zijn. Zij zijn degenen die je het beste kennen en je kunt tegen hen waarschijnlijk ook helemaal eerlijk tegen over alles.
Maar het gebeurt wel eens dat zelfs de beste en oudste vriendschappen opeens raar en gespannen aanvoelen. Daar zijn heel veel redenen voor. Misschien moet je wel een tijdje in het ziekenhuis blijven, of kun je niet meer al de dingen doen die je eerst deed.
Veel vrienden groeien uit elkaar, omdat ze zich ongemakkelijk voelen bij de situatie. Je vrienden weten niet wat ze moeten zeggen. Ze zijn bang dat ze iets verkeerds zeggen. En voordat je het weet zie je elkaar niet meer zo vaak als eerst.
Misschien ben jij degene die ervoor moet zorgen dat je vrienden beter omgaan met hun gevoelens. Dat kan best frustrerend zijn, je hebt toch al genoeg op je bord, maar misschien ben jij de eerste persoon die ze kennen met kanker en weten ze gewoon niet hoe ze zich moeten gedragen.
Supertip: Probeer je eens voor te stellen hoe je vrienden zich voelen. Als ze zich opeens anders gedragen, komt dat waarschijnlijk doordat ze niet precies weten wat ze moeten doen.
Vaak hoef je alleen maar eerlijk tegen ze te zijn en te vertellen dat ze niet op hun tenen hoeven te lopen.
Probeer de situatie eens door hun ogen te bekijken. (En als een van jouw vrienden wel eens een geliefde heeft verloren of gescheiden ouders heeft, denk dan eens terug aan hoe jij je toen voelde: waarschijnlijk ook erg opgelaten).
Misschien hebben je vrienden wel heel veel vragen. Bijvoorbeeld...
• Wat moet ik doen?
• Wat als ik dadelijk iets verkeerds zeg?
• Hoe kan ik helpen?
• Kan ik op bezoek komen, of kan ik beter wegblijven?
• Kan ik over kanker praten of kan ik beter mijn mond houden?
• Kan ik over andere dingen praten of denk ik dan alleen aan mezelf?
Het is goed om over die vragen te praten, dat lucht vaak erg op; net als tegen je vrienden zeggen dat hun vriendschap veel voor je betekent. Je kunt bijvoorbeeld:
• Vragen of mensen je blijven bellen, appen en mee uit blijven vragen
• Uitleggen dat het soms even kan duren voordat ze antwoord krijgen
• Ook zelf contact met hen opnemen
• Je vrienden laten weten wat ze kunnen doen om te helpen
• Je vrienden laten weten dat je het niet erg vindt om hun vragen te beantwoorden.
En voel je vooral geen zeurpiet als je bij je vrienden bent. Ze snappen heus wel dat je het moeilijk hebt.
Misschien wordt de relatie met je vrienden nog closer tijdens je behandeling. Mensen die naar je luisteren, je aan het lachen maken, die met je praten en je een schouder bieden om op uit te huilen, dat kan precies zijn wat je nodig hebt.
Maar soms verwatert het contact met bepaalde mensen. Sommige vrienden snappen misschien niet wat je allemaal doormaakt en doen rot tegen je. Misschien zijn ze wel jaloers op alle aandacht die je krijgt. Het kan ook gebeuren dat jij opeens heel anders tegen dingen aankijkt en dat je het moeilijk vindt om op dezelfde manier met mensen om te gaan als eerst.
Als dat bij jou gebeurt, probeer er dan niet te veel mee te zitten. Vriendschappen veranderen voortdurend, met of zonder kanker. Misschien bouw je wel nieuwe vriendschappen op, zeker als je opeens anders tegen het leven aankijkt of als je andere jongeren met kanker ontmoet. Het belangrijkst is om tijd door te brengen met mensen waarbij je je goed voelt, of je ze nu al jaren kent of dat je ze vanmorgen in de bus hebt ontmoet.
Niet vergeten...
Er zijn momenten dat je helemaal gek wordt van je vrienden, zeker als je je rot voelt door je behandeling. Dat is heel normaal en dat gebeurde vast ook wel eens voordat je kanker had. Maar probeer in plaats van boos te worden, het volgende te onthouden: