Hoe werkt het?
Tijdens de CT-scan lig je meestal op je rug op een plat bed. Vervolgens draait een grote buis om je lichaam waarmee de röntgenbeelden worden gemaakt. Het fijne aan CT-scans is dat ze snel en pijnloos zijn. Ze duren vaak vijf tot tien minuten, maar je moet wel goed stil blijven liggen om een goede scan te krijgen. Soms wordt een contrastvloeistof ingebracht (een vloeistof die je moet opdrinken of die wordt ingespoten met een injectie) zodat de verschillende delen van je lichaam nog beter zichtbaar zijn op de scan.
De persoon die de CT-scanmachine bedient, zit in een andere kamer, maar je kunt met hem of haar praten via een intercom.
Als je graag wilt dat er iemand bij jou in de ruimte is, moet die persoon een loden vest dragen ter bescherming tegen de röntgenstraling van de CT-scan.
De scanresultaten worden gebruikt om een uitgebreide afbeelding te maken die vervolgens wordt bekeken door een radioloog (een specialist in het beoordelen van scans).