Hoe werkt het?
Een MRI-scanner is een groot, buisvormig apparaat. Tijdens de scan lig je in de buis op een plat bed.
Afhankelijk van welk deel van je lichaam moet worden onderzocht, ga je eerst met je voeten of eerst met je hoofd in de scanner. Een radiologisch laborant (een specialist in het maken van röntgenfoto’s en andere scans) bedient vervolgens de scanner vanuit een andere kamer. Je kunt tijdens de scan met de laborant praten en de laborant kan je zien op een tv-scherm.
Een MRI-scan duurt meestal 30 tot 90 minuten. Je moet helemaal stil blijven liggen. Het kan best lawaai maken; je kunt zoemende of kloppende geluiden horen en daarom krijg je een koptelefoon op of oordoppen in. Maar het onderzoek doet geen pijn.
Soms wordt tijdens een MRI-scan een contrastvloeistof ingebracht. Dat is een vloeistof waarmee de radioloog de verschillende delen van je lichaam beter kan bekijken. Contrastvloeistoffen zijn er als drankje of worden toegediend via een injectie.